Author Archive

gifmoord

Gifmoord Bocarme

gifmoordOverladen met schulden, stelde Hippolyte zijn hoop op wat er zou geërfd worden wanneer zijn schoonbroer Gustave Fougnies (°1820) het hoofd neerlegde. Fougnies had het fortuin van zijn vader Nicolas (†1846) geërfd, en hij was fysiek zwaar invalide en iedereen verwachtte dat hij spoedig zou sterven. Maar plots kwam hierin wijziging. De vrijgezel werd verliefd op de jonge telg van de prestigieuze maar onbemiddelde adellijke familie Errembault de Dudzele en besliste met haar te gaan trouwen. Plots was hij helemaal van zijn kwalen genezen en hoopte hij kinderen te krijgen. Hippolyte zag zijn hoop op financiële redding in rook opgaan.

Op 22 november 1850 nodigde hij Gustave uit op zijn kasteel van Bittremont en vergiftigde hem met nicotine, waarbij hij tegenover de inderhaast bijgeroepen arts suggereerde dat hij een beroerte had gehad. Het lijk was er echter zo erg aan toe dat de arts geen attest van een natuurlijke dood wilde afleveren. Het gerecht werd bijgeroepen en het werd duidelijk dat Fougnies vermoord was. De voor de hand liggende dader was Visart, met zijn vrouw als medeplichtige.

Hippolyte de Bocarmé werd door het Assisenhof ter dood veroordeeld, terwijl zijn vrouw Lydie, bij gebrek aan bewijs, werd vrijgesproken. Ondanks zijn adellijke naam of wellicht precies omwille van die naam, weigerde de Belgische koning Leopold I, gratie te verlenen. Hippolyte werd op het Marktplein van Mons, onder massale publieke belangstelling, met de guillotine ter dood gebracht door de beul Jean Joseph Guillaumez.

Lydie Fougnies, dochter van Nicolas Fougnies en Lydie Tabary, hertrouwde met een van Duerne.


visart_de_bocarme

Historie Bocarme

visart_de_bocarmeHippolyte Visart was de zoon van graaf Julien Visart de Bury et de Bocarmé (Doornik, 1787 – Arkansas, 1851), die de zesde was van de veertien kinderen van Gustave Visart de Bury et de Bocarmé (1751-1841) en van markiezin Marie-Claire du Chasteler (1753-1820). Julien was getrouwd met Ida du Chasteler (1797-1873). Het echtpaar vertrok naar Java, waar Julien benoemd was tot adjunct-gouverneur van het eiland.

Hippolyte werd op zee geboren en werd, aan wal gekomen, ingeschreven in de burgerlijke stand in het kamp van Weltevreden bij Batavia. In 1830 kwam de familie weer naar België, maar de vader kon er niet meer aarden en vertrok als trapper naar de staat Arkansas in de Verenigde Staten. Hippolyte ging met hem mee, leefde er enkele jaren als een halve wilde en kwam toen weer naar België.

De Bocarmé werd al heel vlug iemand van wie men zei dat hij opgroeide voor galg en rad. Hij trouwde in 1843 met het burgermeisje Lydie Fougnies, rijke dochter van een kruidenier, van wie hij binnen de kortste keren de bruidsschat en de erfenis verbraste.

De Bocarmé probeerde zijn stand hoog te houden door zich als graaf te laten doorgaan, hoewel hij dit slechts kon worden wanneer hij de titel van zijn vader zou erven. Hij stierf echter enkele maanden voor zijn vader, waardoor hij dus hoogstens ‘jonkheer’ was.